Verschillen tussen euthanasie en palliatieve sedatie
Wat is palliatieve zorg?
Palliatief betekent verzachtend, verlichtend. Als er medisch gezien geen genezing meer mogelijk is, begint de palliatieve fase. Deze fase kan dagen, weken tot wel jaren duren. Belangrijk is om al snel met de patiënt te praten. Wat vind hij of zij belangrijk in de tijd die er nog is?
De behandeling in de palliatieve fase richt zich eerst op behandeling van de ziekte. Niet om te genezen, maar om zo min mogelijk (lichamelijke) klachten te hebben van de ziekte. Stapje voor stapje verandert de behandeling steeds meer naar het voorkomen van klachten. Denk aan pijn, benauwdheid, jeuk of vermoeidheid). Het behandelen van de ziekte wordt dan steeds minder belangrijk. Proberen een zo’n goed mogelijke kwaliteit van leven te leiden is nu het belangrijkst.
In de laatste week of dagen van het leven verandert de palliatieve zorg vooral naar zorg tijdens het sterven. Hierbij is het belangrijk dat er aandacht is voor lichamelijke klachten en de psychologische gevolgen. Wat doet dit allemaal met mij? De sociale gevolgen: Wat betekent dit voor de mensen om mij heen? En de geestelijke vraag: Waarom overkomt mij dit?
Bij euthanasie beëindigt een arts het leven van een patiënt
Euthanasie betekent het bewust beëindigen van het leven van een patiënt op verzoek van de patiënt zelf. Er staan strenge regels in de wet. Zo moet het verzoek vrijwillig zijn en de patiënt moet er goed over nagedacht hebben. Ook moet er sprake zijn van ondraaglijk lijden, zonder kans op verbetering. De patiënt moet goed geïnformeerd zijn over het proces van euthanasie. Een andere arts beoordeelt de situatie en bepaalt of alles volgens de regels van de wet gebeurt. De patiënt krijgt een sterk slaapmiddel via een ader zodat dit in de bloedbaan komt. Daarna geeft de arts een middel dat alle spieren verslapt. Hierdoor stopt de ademhaling en overlijdt de patiënt.
Bij palliatieve sedatie verlaagt de arts het bewustzijn van een patiënt
Palliatieve sedatie betekent het verlagen van het bewustzijn in de laatste fase van het leven van een patiënt. Soms lukt het niet om klachten in de laatste dagen van het leven te voorkomen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan angst, pijn of benauwdheid. De patiënt lijdt hierdoor ernstig. Palliatieve sedatie kan dan een keuze zijn. Het leven wordt niet beëindigd, zoals bij euthanasie, maar het bewustzijn wordt verlaagd. Bij palliatieve sedatie is de patiënt diep in slaap waardoor hij geen last heeft van de onbehandelbare klachten.
Bij palliatieve sedatie krijgt de patiënt een sterk slaapmiddel via een injectie onder de huid. Meerdere keren per dag of steeds via een pompje. De arts begint met een lage hoeveelheid van het slaapmiddel. Dit wordt, als het nodig is, verhoogd totdat de patiënt goed in slaap is. Als de patiënt daarvoor ook pijnmedicatie kreeg, geeft de arts dat tijdens de sedatie ook. Alle andere medicatie krijgt de patiënt niet meer. Tijdens de sedatie is de patiënt is diep in slaap. Contact met anderen is dan niet meer mogelijk. Ook eten en drinken niet. Zolang het slaapmiddel gegeven wordt, blijft de patiënt in slaap. Als de medicatie stopt, wordt de patiënt weer wakker. Met palliatieve sedatie wordt dus niet, zoals bij euthanasie, het leven beëindigd.