Palliatieve zorg als genezing niet meer mogelijk is
Palliatieve zorg wordt toegepast als genezing niet meer mogelijk is. Vanaf dat moment is de zorg niet meer gericht op genezing maar op de kwaliteit van leven en het verminderen van het lijden. Bijvoorbeeld door pijnbestrijding, het bevorderen van het comfort, aandacht voor de psychische en sociale omstandigheden en hulp aan de naasten bij het omgaan met de zieke en de rouwverwerking. Vaak wordt de zorg verleend door vrijwilligers of familie. Als de zorg te zwaar of complex is zijn er instellingen die palliatieve zorg geven. Zoals een hospice, palliatieve afdeling van een verzorgingshuis, verpleeghuis of ziekenhuis.
Patiënten kunnen soms worstelen met geloofsvragen
In de laatste levensfase kan iemand worstelen met vragen zoals ‘Waarom overkomt mij dit?’, ‘Heeft dit lijden zin?’, ‘Is dit Gods wil?’. Het is dan fijn als de patiënt in een omgeving verkeert waarin er met de medewerkers gesproken kan worden over wat het leven zin geeft.
De identiteit van een zorginstelling speelt een belangrijke rol
Bij het kiezen van een zorginstelling is het goed om te weten vanuit welke visie er gewerkt wordt. Bij palliatieve zorg is het vooral belangrijk hoe er gedacht wordt over de waarde van het leven. De identiteit van een christelijke zorginstelling komt in de praktijk op verschillende manieren naar voren. Zo kan het zijn dat verpleegkundigen bidden met cliënten, dat er muziektherapie is met christelijke liederen, dat er iedere maandag een weekopening is of dat er met de christelijke feestdagen vieringen worden gehouden. Een cliënt van een christelijk hospice vertelt hierover: “Niet de kerkelijke achtergrond staat hier centraal, maar het geloof zelf en de beleving daarvan. Je merkt aan de medewerkers dat ze in God geloven door de liefde die ze uitstralen.”