Menselijk leven is áltijd beschermwaardig
Wat wordt er bedoeld met de term ‘beschermwaardigheid van het leven’?
Henk: Vroeger: dat het mensenleven het overal en altijd waard is om beschermd te worden. Tegenwoordig: het leven komt een zekere mate van bescherming toe die afhangt van de omstandigheden. Om die verschuiving te snappen moeten we de geschiedenis in. Vanouds geloofden wij in onze christelijk-westerse cultuur dat ieder mens geschapen is naar Gods beeld en daarmee dús waardig en onaantastbaar. Ieder leven is vanuit die visie volledig beschermwaardig, ongeacht de omstandigheden. Door de ontkoppeling van ‘beschermwaardigheid‘ en ‘menselijke waardigheid’ vindt men tegenwoordig niet meer dat ieder mens een intrinsieke waardigheid heeft vanwege het naar Gods beeld geschapen zijn. Waardigheid wordt nu gefundeerd in zelfbeleving, in het erváren van eigen waardigheid. Het proces van ontluistering in iemands laatste levensfase tast in deze visie iemands waardigheid aan.
Stef: Dat doet me denken aan de uitspraak over iemand in een verzorgingshuis: ‘Vroeger was hij een erudiet wetenschapper, nu kan hij niet eens een krantenartikel lezen.’ Dan wordt zijn waardigheid opgehangen aan zijn vermogens en aan zijn vroegere functies. Dat is niet goed. Waardigheid heeft verschillende lagen –er bestaat bijvoorbeeld intrinsieke, florerende en sociaal-relationele waardigheid–, maar de basis is de intrinsieke waardigheid die ieder mens heeft omdát hij is geschapen naar Gods beeld. Die blijft altijd overeind, ook in situaties die mensen ‘mensonwaardig’ noemen.
Wat maakt dit thema actueel?
Stef: ‘Waardig sterven’ is een term die in heel Europa tot het vocabulaire is doorgedrongen en die wordt opgeëist door bewegingen rond het zelfgekozen levenseinde. Let erop dat het begrip ‘waardigheid’ dus een gelaagd –en veelgeplaagd– begrip is.
Henk: De veranderde interpretatie van menselijke waardigheid speelt niet alleen bij het levenseinde, maar ook bij het begin van het leven: bij abortus, reageerbuisbevruchting, genetische aanpassing van embryo’s. En bij gendervragen. Steeds meer komt zelfbeleving en zelfidentificatie centraal te staan in plaats van het geschapen zijn naar Gods beeld. De instrumentalisering van het menselijk lichaam komt mede hieruit voort. Het lichaam behoort niet meer tot het ik, het is het voertuig van het ik geworden. En als dat niet meer voldoet, dan schaffen we het af.
Wat raakt jullie bij dit thema?
Henk: Als je vanuit het geloof leeft, God als Schepper ziet, de nood in het leven van mensen meemaakt en dan constateert dat de bescherming van het leven een keuze is geworden, dan raakt me dat, omdat we daarmee Gods weg en de bescherming van Zijn geboden aantasten.
Stef: Ik heb (opnieuw) ontdekt dat onze schepping naar Gods beeld betekent dat onze bestemming het aangaan van betekenisvolle relaties met God en onze naaste is. Dát bepaalt onze waardigheid. Dat inzicht raakt me, want het zet de hele gezondheidszorg in een ander licht. Het is volgens die visie de bedoeling dat zorgverleners cliënten zo lang mogelijk in staat stellen om verbindingen met anderen en God aan te gaan.
Henk: Je moet gezondheid zien als het vermogen om aan je (Goddelijke) roeping te beantwoorden en dus niet als een soort fitnessideaal. Volgens die definitie gaan je gezondheid (en waardigheid) niet achteruit als je bepaalde zaken niet meer kunt, ze maken dan alleen geen deel meer uit van je roeping. God gaat op dat moment een andere weg met je.
Wat is jullie standpunt over de beschermwaardigheid van het leven?
Henk: Ik heb een klassiek-christelijk standpunt: een mens is volledig beschermwaardig, ongeacht de condities. En dat betekent dat je dús niet intentioneel, opzettelijk, doodt. Dat betekent natuurlijk niet dat je altijd een antwoord hebt op alle vragen in concrete situaties. Het blijft een zoektocht wat je in moeilijke omstandigheden moet doen. Maar de intentie om dood te maken, om het cru te zeggen, is geen optie voor mij.
Stef: Helemaal mee eens!
Wat maakt het spreken over beschermwaardigheid van het leven zo beladen?
Henk: Doordat mensen zich meer en meer identificeren met hun zelfbeleving bij bijvoorbeeld abortus, euthanasie, voortplantingstechnieken en transitie ervaren ze een gebrek aan (h)erkenning als een existentiële aanval op henzelf. Dat maakt het spreken erover heel lastig. Het is belangrijk om helder te zijn over je eigen standpunt, maar ook om begrip te hebben voor de moeiten die mensen doormaken.
Hoe vult De christelijke zorgverzekeraar (de nieuwe naam van Pro Life Zorgverzekeringen) de beschermwaardigheid van het leven in?
Stef: Het christelijke denken over dit begrip vindt onder meer plaats in het Lindeboom Instituut, dat door die verzekeraar wordt gesteund. Verder promoot ze vrijwilligersnetwerken, helpt ze relaties verbeteren met christelijke huwelijkstherapie en biedt ze christelijke, psychosociale zorg aan. In al deze zaken vind je Bijbelse waarden terug, waarmee jeals christelijke zorgverzekeraar echt iets toevoegt.
Henk: De primaire taak van een zorgverzekeraar is het toegankelijk maken van goede zorg. Daarbij is het nu helaas voor geen enkele zorgverzekeraar mogelijk om een zogenoemde schone polis aan te bieden, waarbij zaken als abortus en euthanasie volledig uit het pakket worden gehouden. Dat neemt niet weg dat je als christelijke verzekeraar nog wel positieve, christelijke alternatieven mag promoten en dat doet De christelijke zorgverzekeraar dan ook.
Henk, je was jaren voorzitter van haar adviesraad en draagt nu het stokje over aan Johan Polder. Wat wil je hem op het hart binden?
Zorg dat de christelijke zorg zoveel mogelijk overeind, toegankelijk en van goede kwaliteit blijft. Dat is het belangrijkste.