5 misverstanden over rouw
1. Je móét huilen
Als je niet huilt, betekent dit niet dat je niet verdrietig bent. Soms is het verdriet te diep weggestopt. Of het verlies is nog niet helemaal tot je doorgedrongen. Daarnaast liggen verdriet en boosheid dicht bij elkaar. Het kan zijn dat jouw verdriet er op een andere manier uitkomt.
2. Verlies verwerk je helemaal
Je kunt vaak de vraag krijgen of je het verlies al verwerkt hebt. Soms is een verlies zo heftig dat er nooit helemaal mee om leert gaan. Wat vaak wel zo is, is dat je het een plekje kunt gekregen. Rouwen heeft ook geen einddatum.
3. Rouwen doe je pas na een verlies
Dat hoeft niet per se. Een rouwproces kan al veel eerder beginnen. Bijvoorbeeld door ziekte. Dat kan ervoor zorgen dat de rouwperiode na het echte verlies ook sneller verloopt.
4. Je móét erover praten
Dat kan een fijne manier zijn voor de een. Een ander schrijft liever van zich af, maakt muziek, sport of gaat creatief aan de slag. Erover kúnnen praten is wel belangrijk!
5. Rouwen is voor iedereen hetzelfde
Als een vader overlijdt, begraven kinderen ieder een andere vader omdat de band anders was. Bij de een heeft verlies grotere gevolgen. De ander heeft een grotere emotionele draagkracht. Weer een ander kan beter zijn of haar gevoel uitleggen. Ook de omgeving is belangrijk: hoe wordt er gereageerd op het verlies? Hoeveel steun ervaar je?